Vooruitgang binnen IT werd lange tijd bepaald door technologische ontwikkelingen. Dat station zijn we gepasseerd: de gebruiker is aan zet.
Flexibele IT-capaciteit, apps en cloudoplossingen vervangen de aloude kabels en serverracks. Deze transitie heb ik de afgelopen decennia van dichtbij meegemaakt.30 jaar geleden bepaalde de voortschrijdende rekenkracht de nieuwe mogelijkheden. Mainframes werden afdelingssystemen, die uiteindelijk werden vervangen door pc’s. Dat veranderde in de jaren 90. IT klonterde samen tot gigantische totaaloplossingen. ERP bepaalde het speelveld van de organisatie. Het beheer lag daarbij in handen van de IT-afdeling ondersteund door externe professionals.
Het beheer groeide buitenproportioneel, de technologieën werden complexer en meervoudig waardoor organisaties hun toevlucht zochten tot outsourcing. Zowel infrastructuur management en veelal ook applicatie management kwam bij partners te liggen. Dat was geen optimale situatie. Organisaties verloren grip op hun eigen spullen en namen het beheer weer in eigen handen.
Functionele fase
Inmiddels is het 2016 en zitten we in de vierde fase. Functionele wensen van de eindgebruiker bepalen het IT-landschap. Het meest concrete product daarvan zijn apps. Mensen denken in apps, niet in techniek. Welke technologie daaraan ten grondslag ligt, is hen om het even. Het maakt hen niet uit welke processor er in hun iPhone werkt. De gebruikservaring is belangrijker dan de snelheid van de processor.
Die functionaliteit kan bovendien overal vandaan komen. Vanuit eigen infrastructuur, maar steeds vaker ook uit de cloud. De cloud beweegt flexibel mee met de behoefte. Dat lukt met eigen voorzieningen niet altijd. De uptime en het niveau van IT-functionaliteit vanuit de eigen organisatie blijven – logischerwijs – vaak achter bij wat een serviceprovider kan leveren. Het is voor die serviceprovider immers core business.
Bovendien opereren clouddiensten vaak op veel grotere schaal, wat ze efficiënter en flexibel maakt. Tijdelijke piekvragen kunnen ze gemakkelijk opvangen. Maar ook op rustige momenten wordt capaciteit afgeschakeld. Organisaties zouden voor diezelfde flexibiliteit torenhoge investeringen moeten doen. Dat is zeker niet altijd realistisch en het verklaart de populariteit van hybride cloudomgevingen. Organisaties stellen daarmee een ideale mix samen tussen eigen IT en voorzieningen uit de (publieke) cloud.
Nog niet uitontwikkeld
Ook het hybride model is nog lang niet uitontwikkeld. We gaan steeds meer toe naar een volledige functionaliteit voor een vaste prijs per gebruiker. Dat kan bijvoorbeeld een complete cloudgebaseerde ontwikkelomgeving of een werkplek zijn. Disciplines als cloud en telecom komen steeds meer samen, het zijn geen losse eilandjes meer.
Met name end-to-end-ontzorging is daarin belangrijk. Gebruikers willen ongeacht hun locatie en device gewoon bij al hun apps, data en andere voorzieningen. Dat is connectiviteit anno nu. Het moet overal ‘gewoon werken’. Serviceproviders die dat niet kunnen leveren zullen in de toekomst niet meer meedoen.
Sourcingsproces
Ook het sourcingsproces verandert daardoor. Organisaties gaan in hun RFI’s (Request for Information) en RFP’s (Request for Proposal) niet meer uit van taken die zij voor de leverancier bedacht hebben. De gewenste functionaliteit en de business doelstellingen zijn het vertrekpunt. Hoe die functionaliteit tot stand komt, is de zorg van de serviceprovider. Ook hier geldt: de onderliggende technologie is minder relevant, uiteindelijk draait het om die functionaliteit.
Dat heeft ook zijn weerslag op app-development. Standaardoplossingen als Office 365 zijn populair. Deze apps zijn gemakkelijk en snel afneembaar uit de cloud. Daarnaast ontstaan er ‘custom’ apps voor allerlei niche-taken, die zeer specifiek zijn voor de individuele organisatie of de branche.
Uitdagingen
Toch liggen er ook enkele uitdagingen voor organisaties. Zeker wanneer zij voor alle gewenste functionaliteit gaan ‘shoppen’ bij diverse serviceproviders. Service-orchestratie is dan noodzakelijk, wil men niet verstrikt raken in een wirwar aan clouddiensten. Ook de koppeling tussen deze diensten is niet altijd vanzelfsprekend. Zeker vanuit het MKB plus segment en corporate organisaties is hier dan ook steeds meer behoefte aan. Connectiviteit tussen private en publieke cloudomgevingen vereist doorgaans redelijk wat engineering. Daar is kennis en mankracht voor nodig. Het uitbesteden van die orchestratie is dan ook voor veel organisaties beslist geen slecht idee. Ook zijn koppelingen tussen de clouddiensten vaak standaard aanwezig wanneer deze bij een enkele provider worden afgenomen.
Security
Tot slot is security een belangrijk aandachtspunt. Ingewikkelde hybride cloudomgevingen kunnen voor onoverzichtelijke situaties zorgen en daarmee een bedreiging vormen. Een firewall-instelling op de ene locatie kan ergens anders leiden tot een beveiligingsrisico. Ook de beveiliging vereist dus een centraal overzicht. Een provider die cloud integratie services biedt kan veel beter inschatten waar in het totaalplaatje de veiligheidsrisico’s liggen en hoe die te minimaliseren. Zo kunnen gebruikers altijd veilig en optimaal van hun apps, data en andere voorzieningen gebruikmaken.